Weg van de kou, de regen en de geestdodende cultuur van Engeland. Op zoek naar de zon, de warmte, een goedkoop leven en de Mediterrane levensstijl. En vervolgens een boek schrijven. Dat was het idee toen de Brit Lawrence Durrell in 1935 naar het Griekse eiland Corfu toog.
Lawrence Durrell, op weg naar Corfu
Durrell was in 1912 in India geboren, als zoon van een Britse ingenieur in overheidsdienst. Zijn schooltijd in Canterbury was geen succes en hij begon al vroeg met schrijven. Om geld te verdienen speelde hij vaak piano in een club. Maar in het voorjaar 1934 kreeg hij een brief van zijn vriend George Wilkinson. Zijn vriend schreef: “Het leven is hier goedkoop en ik heb al 18.000 woorden voor een nieuwe boek geschreven. Kom ook hierheen”. Daarna was de beslissing voor Durrell vrij snel gemaakt. Een land waar een fles wijn een paar cent kost en waar je al je tijd aan het schrijven van een boek kon besteden, klonk als een waar paradijs.
De 22-jarige schrijver en zijn vrouw Nancy reizen naar Corfu en betrekken daar een huis aan de baai van Kalami, in het noordoosten van het eiland. Hij overtuigt ook zijn moeder – in 1928 weduwe geworden – om samen met haar drie andere kinderen hetzelfde te doen. Zij doet dit ook daadwerkelijk en vestigt zich in één van de weinige villa’s met een badkamer.
De emigratie blijkt een groot succes: Durrell leert de taal en absorbeert de Griekse cultuur. Hij houdt er een levenslange passie voor Griekenland aan over. Ook lukt het hem daadwerkelijk te schrijven en publiceert hij een aantal boeken. “I did nothing else than write”, zo vat hij het zelf jaren later samen.
Van Kreta via Egypte naar Rhodos
Als de Tweede Wereldoorlog uitbreekt, is de idylle helaas voorbij. De familie keert terug naar Engeland. Lawrence en Nancy vluchten met hun pasgeboren dochtertje via Kreta naar Egypte. Tijdens de oorlog schrijft hij daar, in Alexandrië, zijn eerste boek. Prospero’s Cell. A guide to the landscape and manners of the island of Corfu wordt in 1945 wordt gepubliceerd. Het is zijn eerste reisverslag.
Na de oorlog, in het voorjaar van 1945, keert hij terug naar zijn geliefde Griekenland. Het huwelijk met Nancy is inmiddels gestrand. Wel is er een nieuwe vrouw in zijn leven, de mooie Joods-Egyptische Eve Cohen. Op het eiland Rhodos – destijds door de Britten bestuurd – gaat hij aan het werk voor de Britse overheid.
Het Rhodos dat hij aantreft, is verre van gezellig. Het grootste deel van de bevolking is gevlucht, vervallen gebouwen en huizen achterlatend. Degenen die zijn achtergebleven, lijden aan ondervoeding. Er is geen publiek transport, het eiland ligt vol mijnen en de armoede is groot. Het paar woont op de Turkse begraafplaats, in een armetierig onderkomen dat zij zelf gekscherend de ‘Villa Cleobolus’ noemen. Desondanks zijn de jonge geliefden erg gelukkig. “They were the happiest two years of my life”, is te lezen in het in 1978 gepubliceerde boek The Greek Islands.
Een nieuw leven voor Durrell op Cyprus
Ook nu weer is de eiland-idylle van korte duur. In 1947 wordt Durrell gevraagd voor een post in Argentinië, vervolgens werkt hij in Londen en daarna wordt hij overgeplaatst naar Belgrado, Servië. De man die zo graag schrijver wil zijn, is fulltime diplomaat geworden. Toch blijft de zoektocht naar een idyllische plek in de Mediterranée om te schrijven de rode draad in zijn leven.
In 1952 gaat hij opnieuw op zoek naar een zonnige, goedkope plek om te schrijven. Op aanraden van zijn vriend Maurice Cardiff kiest hij deze keer voor het eiland Cyprus, destijds nog een kolonie van de Britten. Hij vestigt zich in het dorpje Bellapais, in het noorden van het eiland. In het begin verdient hij bij als leraar Engels op een gymnasium. Later gaat hij aan de slag als persadviseur van de Britse overheid.
In het begin van die periode (1953-56) is het nog rustig op het eiland. Durrell merkt weinig van de onderlinge verdeeldheid. Wel is de wens van de Grieks-Cyprioten om verenigd te worden met Griekenland overal zichtbaar. Vanaf april 1955 gaat het echt mis. De gewelddadigheden van de guerillabeweging EOKA en de angst voor een aanslag op zijn eigen leven – als Brit – doen Durrell in augustus 1956 besluiten het eiland te verlaten.
Inmiddels is hij gescheiden van Eve en is zijn tweede reisverslag verschenen, Reflections on a Marine Venus, over de tijd op Rhodos. Ook in dit boek weeft Durrell historische fragmenten, politieke analyses, persoonlijke observaties en belevenissen in elkaar tot één geheel.
De Amerikaanse journalist Robert Kaplan heeft in een interview met NRC wel eens verteld dat Durrell, en dan specifiek het boek over Cyprus, voor hem dé inspiratie was om reisschrijver te worden. “Voor Durrell was het reisverhaal een techniek, een manier om op een onderhoudende manier te schrijven over filosofie, geschiedenis, politiek, machtsverhoudingen en etnische conflicten. Durrell liet me zien dat je geen categorieën nodig hebt”, aldus Kaplan.
De keuze voor de Provence
Als Durrell in 1957 Cyprus noodgedwongen moeten verlaten is hij 45 jaar. In zijn zoektocht naar een nieuwe plek om te wonen en te schrijven, kiest hij deze keer voor Zuid-Frankrijk. Daar, in het dorpje Sommieres, zal hij uiteindelijk tot zijn dood in 1990 blijven wonen. In die drie decennia schrijft hij vooral romans; het beroemde vierdelige The Alexandria Quartet en daarna nog de vijf delen van The Avignon Quartet.
Het schrijven van reisboeken heeft hij min of meer achter zich gelaten. Wel komt er vlak voor zijn dood nog een boek over de Provence, Caesar’s Vast Ghost. Ook dit werk is een ongewoon boek. Het is een waar amalgaam van autobiografische elementen, gedichten, beschouwingen over cultuur en geschiedenis, esoterische theorieën over de liefde en wetenswaardigheden over de Provence.
Alhoewel Durrell’s uitvoerige oeuvre bestond uit romans, toneelstukken, gedichten, essays en reisboeken, blijft hij voor mij persoonlijk vooral de schrijver van de reisverslagen over Griekenland. Door zijn kennis van de taal en vrijwel alle aspecten van de cultuur en geschiedenis van Griekenland, zijn met name deze boeken over Corfu, Rhodos en Cyprus ongelofelijk divers en interessant.
Zou hij de sfeer van de Griekse eilanden na zijn 45e niet hebben gemist? vraag ik me tot slot af. Dat blijkt inderdaad zo te zijn. Op hoge leeftijd schijnt hij nog regelmatig met een kampeerbusje door Griekenland te zijn getrokken. En, zo legt hij in een van de laatste hoofdstukken van Caesar’s Vast Ghost uit, de Provence is eigenlijk een zeer eigenaardige plek. Het is niet echt een separate entiteit, zo legt hij uit: “It’s like a corner of Greece”.
Meer over Lawrence Durrell is te vinden op de website International Lawrence Durrell Society.
Deze ode aan Lawrence Durrell werd eerder gepubliceerd op het reisportal Passionate Nomads op 10 april 2017.